Dat veel bedrijven zijn geraakt door (de gevolgen van) de COVID-19-pandemie is een understatement. Ondernemers vroegen massaal steunpakketten aan, maar overheidshulp dekt doorgaans slechts een klein deel van de gebruikelijke omzet. De vraag is dus in hoeverre dergelijke ondernemingen zich ook hebben gewend tot banken en andere kredietverstrekkers. Boekhouder.nl deed daarom een rondvraag langs de drie grootste banken van Nederland en vroeg hen of er nu sprake is van een explosieve groei van het aantal kredietaanvragen óf dat financieren voor bedrijven juist steeds moeilijker wordt.
Uit de rondvraag blijkt dat er sprake is van een afname op het gebied van financieringsbehoeften. “We zien dat de vraag naar kredieten – en ook coronakredieten – de laatste maanden is verminderd,” stelt Alexandra Schippers, woordvoerder van ING. “Zeker in vergelijking tot de eerste maanden van het voorjaar. De criteria waarop wij toetsen zijn daarbij gelijk gebleven. Het verkrijgen van een krediet is dus niet moeilijker of makkelijker geworden.”
Ook ABN AMRO merkt dat er momenteel minder vraag is naar kredieten dan gebruikelijk. “Bedrijven hadden door corona in maart en april veel behoefte aan extra liquiditeit”, zegt Hans Sjouke Koopal namens de bank. “Die kwam dus enerzijds van de banken en anderzijds vanuit steunmaatregelen van de overheid. Maar verder geldt dat bedrijven in tijden waarin het minder goed gaat over het algemeen voorzichtiger zijn met het lenen van geld.”
Eric Lagerwey van Rabobank beaamt dat: “generiek zien wij dat de financieringsvraag in de afgelopen maanden iets is afgenomen”.
Per branche
Lagerwey voegt daar aan toe dat de onderliggende financieringsbehoefte per sector verschilt. “Corona zorgt bijvoorbeeld voor een afname aan investeringen in onder andere de industrie en de agrisectoren. Daarmee dalen ook de bijbehorende financieringsverzoeken, mogelijk ondersteund door de eerder dit jaar gegenereerde liquiditeit, welke weer is veroorzaakt door verleend uitstel van aflossingen.”
“In de industrie houden we rekening met een toename van de werkkapitaalbehoefte, zodra de sector weer aantrekt en opnieuw voorraden nodig heeft”, vervolgt Lagerwey. “In andere sectoren, bijvoorbeeld de ICT, zien we dat overnames van bedrijven en bijbehorende financieringsbehoeftes op peil blijven.”
Daarnaast zegt Lagerwey, zijn er sectoren die grootschalig gebruik hebben gemaakt van uitstel van aflossingen, zoals de horeca: “daar loopt nu de vraag naar coronagerelateerde financiering langzaam op.”
Koopal herkent dat: “De impact van de crisis verschilt per sector, dus het aantal kredietaanvragen ook. Net zo goed als dat de mogelijkheid om kredietaanvragen goed te keuren verschilt per bedrijf en sector.”
Financieringsplafond
Schippers voegt daar wel aan toe dat aanvullende financiering niet altijd mogelijk is. “Als een bedrijf eerder een coronakrediet heeft gehad, zijn ze dichter tegen het financieringsplafond aangekomen. Aanvullende financiering is dan mogelijk geen optie.”
“Ons uitgangspunt is dat we bepalen in hoeverre een onderneming financieel gezond is en aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Kortom: het gaat om leningen en die moeten worden terugbetaald. Daarbij kijken we bij het verstrekken ervan of de klant in staat is om zo’n extra krediet in de toekomst terug te betalen.”